Mastocyten (mestcellen) nemen een prominente plaats in tijdens een allergische reactie. Zij gaan na binding met IgE histamine afgeven, dat - samen met een reeks andere signaalstoffen - aanzet tot inflammatoire overgevoeligheidsreacties.1 Histamine is ook in de voeding aanwezig, soms in hoeveelheden voldoende hoog om overgevoeligheidsreacties uit te lokken.2 Het duidelijkst zien we dat bij scombroïde, na het eten van weinig verse vis (dikwijls makreel, tonijn of haring). Histamine-intolerantie komt op hetzelfde neer, maar treedt op na inname van een lagere hoeveelheid histamine, die de meeste onder ons probleemloos aankunnen.
Histamine
Histamine heeft een halfwaardetijd van enkele minuten.2 De drie belangrijkste functies van histamine zijn contractie van gladde spiercellen, toename van vasculaire permeabiliteit en opwekking van maagzuur.3 Los daarvan is het betrokken in tal van immuunprocessen en is het een neurotransmitter betrokken in waak en slaap, cognitie, energiebalans, en veel meer. Een veelzijdige stof dus, die in het lichaam kan binden aan vier verschillende receptoren.
Symptomen
Het klinisch plaatje van histamine-intolerantie is ongelijkvormig.2 Overal in het lichaam is wel een histamine-receptor te vinden, de symptomen kunnen zich daarom op verschillende manieren en op verschillende plekken manifesteren. Typisch zijn de dermatologische symptomen - blozen, jeuk en netelroos - en de maag-darmsymptomen - buikpijn, braken, diarree, constipatie. Lage bloeddruk en tachycardie komen minder vaak voor. Zelfs bij eenzelfde patiënt is het symptoombeeld weinig consistent.
Oorzaken
Veel hoop werd gevestigd op het enzym dat histamine afbreekt, diamine-oxidase. Een lage activiteit van dat enzym komt inderdaad vaak voor bij patiënten met histamine-intolerantie. Maar ook gezonde, histamine-tolerante volwassenen kunnen een weinig actief diamine-oxidase hebben. De activiteit van diamine-oxidase is slechts in beperkte mate genetisch bepaald, want door zwangerschap bijvoorbeeld gaat het serumniveau met factor 150 omhoog.2
De receptoren voor histamine zullen ook de gevoeligheid voor histamine beïnvloeden. Niet iedereen heeft dezelfde configuratie van receptoren.
Tal van geneesmiddelen interfereren met het histamine-metabolisme.2
Mogelijk ligt de focus van histamine-intolerantie bij de darmcellen, die diamine-oxidase produceren dat het histamine uit de voeding moet afbreken.2 We kunnen dus verwachten dat de toestand van de darmbarrière diens activiteit zal beïnvloeden. Dat is een duidelijk aanknopingspunt met leaky gut, maar concrete aanwijzingen voor een link tussen leaky gut en histamine-intolerantie zijn schaars. Een niet onbelangrijke link is deze: ontstekingsremmers (niet-steroïdale ontstekingsremmers en acetylsalicylzuur) en slijmoplossers zouden de werking van diamine-oxidase belemmeren.
Alcohol is overigens een blokker van diamine-oxidase.
Wat het enzym nodig heeft voor zijn werking, zijn koper, vitamine C en vitamine B6 als cofactoren. Suppletie van deze voedingsstoffen kan dus onderdeel zijn van een complementaire behandeling.2 Ook het enzym dat histamine in het lichaam aanmaakt, heeft vitamine B6 als cofactor nodig.5
Biogene aminen
Histamine is een biogeen amine, er zijn er dus nog meer.2 Tyramine, een monoamine, is berucht en stapelt zich bijvoorbeeld op in kaas naarmate die rijpt. Putrescine en cadaverine zijn diaminen die typisch in bedorven voedsel gevormd worden door microbiële activiteit. Spermine en spermidine zijn polyaminen.
Het probleem is dat ze het enzym diamine-oxidase verzadigen, waardoor het enzym de afbraak van histamine niet meer kan bijhouden.2 Het enzym heeft een voorkeur voor putrescine en cadaverine, dat zijn dan ook de twee meest potente blokkers.
Histamine-restrictie
Gemiddeld is 5% van het histamine dat het lichaam binnenkomt, afkomstig van voeding en de microbiota. Voedingsmiddelen schommelen nogal wat in het gehalte aan voedingsstoffen, voor histamine geldt dat eens te meer.4 Twee vuistregels zijn er wel: (1) voeding rijk aan het aminozuur histidine en (2) voeding onderhevig aan fermentatie of zelfs bederf, want het zijn bacteriën die histidine omzetten naar histamine en andere biogene aminen.
Te mijden voedingsmiddelen
Van de voedingsmiddelen die je moet mijden, circuleren er meerdere lijstjes, die echter inhoudelijk van elkaar verschillen. Spaanse onderzoekers hebben tien lijstjes naast elkaar gelegd.4 In hun opsomming (zie kader) zijn de met een asterisk aangekruiste voedingsmiddelen onterechte histamine-bronnen. De meeste lijstjes vermelden ze dan ook niet. Een mogelijke verklaring is dat ze de endogene productie van histamine kunnen aanwakkeren. Bewijs is daarvoor beperkt.
Welnu, de onderzoekers hebben het histamine-gehalte gemeten van al die producten en kwamen tot een onsamenhangend beeld.4 Hoewel bier en wijn bovenaan staan op de tien lijstjes, bevatten ze meestal weinig histamine. Wellicht is de alcohol hier de grootste boosdoener.
Voedingsmiddelen die in lijstjes vermeld worden |
Tien keer geciteerd |
gefermenteerde droge worstjes, rijpe of geraspte kaas, bier en wijn |
Zeven tot negen keer geciteerd |
vis en visproducten, tomaat, spinazie en zuurkool |
Zes keer geciteerd |
citrus, aardbei* en chocolade* |
Overige |
eieren*, gefermenteerde soja, ananas*, banaan, rood fruit*, yoghurt*, vers vlees, aubergine, avocado*, zeevruchten, gepekeld vlees, pompoen, noten, pruim*, kiwi*, papaja, thee, olijven*, sojaboon, druiven*, kersen*, abrikoos* en melk* |
Vis en vlees bevatten doorgaans weinig histamine zolang ze vers zijn. Bedenk dat witte vis gemiddeld iets meer dan 1 mg histamine per kg bevat, terwijl een vis voor consumptie de wettelijke limiet heeft van 200 mg histamine per kg. Vis en vlees lopen wel risico om na verloop van tijd biogene aminen op te stapelen. Bovendien helpt bakken niet om histamine te verlagen (koken helpt wanneer het kookwater afgegoten wordt). Versheid en het volgen van hygiënevoorschriften zijn voorwaarden waarvoor je als histamine-intolerante consument graag garantie wilt hebben.
Tomaat, aubergine en spinazie zijn terechte bronnen van histamine, waarschijnlijk ook vanaf een bepaalde tijd van bewaring. Citrus, banaan, soja, pompoen en noten bevatten volgens de Spaanse analyse weinig histamine, maar veel putrescine (citrus tot 173 mg/kg). Ook courgette, erwt, groene peper en suikermaïs zijn mogelijke bronnen van putrescine. Thee en sojaboon bevatten nog wel wat spermine, een minder actief biogeen amine.
Veel moet dus nog uitgeklaard worden.
De microbiota
Je hebt bacteriën die histamine aanmaken en bacteriën die histamine afbreken.5 In principe zou het dus mogelijk zijn om zuurkool en droge worstjes zonder histamine te maken, als we maar de juiste bacteriën inzetten voor fermentatie.2 Je zou ook hopen dat het inzetten van histamine-afbrekende probiotica het probleem kan verhelpen. Bij lijders van histamine-intolerantie zijn aanwijzingen van dysbiose gevonden, met name minder goedaardige bacteriën en meer histamine-producerende bacteriën.6 De steekproef was echter klein, maar de suggestie is er wel: dysbiose zorgt voor meer ontsteking, verminderde activiteit van diamine-oxidase en meer histamine in het darmkanaal. Dat is een realistisch scenario.
Alleen, histamine is niet simpelweg een kwalijke stof die altijd en overal ontsteking opwekt. Alles hangt af van de context: welke histamine-receptoren zijn er in het spel? Lactobacillus saerimneri 30a bijvoorbeeld produceert honderd keer meer histamine dan L. rhamnosus, en voor muizen die deze bacterie voor zes dagen ingelepeld kregen, draaide dit niet goed uit.7 Sommige immuuncellen echter zijn drager van een andere histamine-receptor met vooral anti-inflammatoire consequenties.8 Toevallig hebben Zwitserse onderzoekers dat recent bij muizen vastgesteld. Ze vonden dat de introductie van een histamine-producerende bacterie voor minder inflammatie in de longen zorgde.9 Een mooi voorbeeld van de darm-long-as, maar niet met het verwachte resultaat.
Mogelijk zal histamine zich in een context van dysbiose en pathogene bacteriën inflammatoir gedragen en hebben probiotica het omgekeerde effect. Histamine afkomstig van de microbiota heeft dus niet per se kwalijke gevolgen. Niet ondenkbaar is dat ze zoveel histamine uitscheidt dat gevoelige evenwichten verstoord worden.
Gluten
Zowel het glutenvrij als het FODMAP-dieet missen hun doel vaak. Ja, ze verlichten de symptomen, maar ze doen te weinig aan de onderliggende oorzaken. Volgens Oostenrijkse onderzoekers lijken de symptomen van niet-coeliakische glutenintolerantie op die van histamine-intolerantie.10 Ze denken zelfs dat het schrappen van glutenvrije voedingsmiddelen ervoor zorgt dat de inname van histamine vermindert. Wat ons naadloos brengt bij dit: de verstoorde darmbarrière. Precies de plek waar histamine afgebroken moet worden en waar histamine-blootstelling zich kan manifesteren. Meer kan er voorlopig niet over gezegd worden. Ook ontsteking en dysbiose zijn in dit perspectief mogelijke medeoorzaken van histamine-intolerantie.10
Diagnose
We missen goede criteria voor een sluitende diagnose.2 De consensus van onderzoekers is dat 75 mg histamine meestal door gezonde volwassenen wordt verteerd, maar niet door patiënten met histamine-intolerantie. In een test echter bleek dat vijf van de tien gezonde patiënten ook symptomen te ondervinden van deze dosis. Bij veertig andere histamine-intolerante deelnemers bleken de testsymptomen uitgelokt door deze dosis erg variabel te zijn.
Activiteit van het enzym diamine-oxidase in het serum kan als biomarker dienen, maar de interpretatie van die informatie blijft controversieel.2 Er zijn ook vier polymorfismen bekend van het AOC1-gen die met histamine-intolerantie geassocieerd zijn.
Meting van de activiteit van diamine-oxidase in de darmmucosa zou beter zijn, maar daarvoor is een biopsie nodig.2 Gemakkelijker is een huidpriktest met histamine, waarbij de arts vijftig minuten lang toekijkt hoe snel de roodheid verdwijnt. Maar de ontwikkeling van histamine in de huid is niet noodzakelijk een weerspiegeling van hetgeen zich in de darmmucosa afspeelt.
Het belangrijkste criterium is hoe de patiënt reageert op histamine-arme voeding.
Mastocyten
Histamine-intolerantie wordt soms onjuist pseudo-allergie genoemd. Die term reserveert men voor syndromen waarbij mastocyten in actie schieten in afwezigheid van IgE-sensibilisering.11 Typisch worden ze door geneesmiddelen (anafylatoxinen) afgedwongen en de klinische symptomen lijken sterk op een allergische reactie.
Overigens weten we niets over de betrokkenheid van mastocyten in histamine-intolerantie. Histamine is een belangrijk product van mastocyten maar zeker niet het enige.12 Die kunnen ongeveer tachtig stoffen produceren, van enzymen tot stikstofmonoxide.
Sina Kaag en Axel Lorentz van de Hohenheim Universiteit van Stuttgart hebben wel een overzicht gemaakt van voedingsstoffen die de activering van mastocyten op de een of andere manier tegengaan.1 Bijvoorbeeld kan α-linoleenzuur de afscheiding van histamine met 60% verminderen in een in-vitro-setting. Van EPA en DHA zijn ontstekingsremmende invloeden genoteerd op mastocyten. Bij biggen kon suppletie van natriumbutyraat de histamine-afscheiding in de darmen met 40% verlagen. Dat lijkt hier een erg relevante uitkomst.
Vitamine D lijkt enorm belangrijk:1 vier types van experimentele mastocyten gaan automatisch histamine afscheiden wanneer calcitriol (actief vitamine D) afwezig is.
Ook vele carotenoïden zetten een stevige rem op de afscheiding van histamine.1 Verder hebben quercetine, kaempferol, resveratrol, luteoline, curcumine en citrusflavonoïden een kalmerende werking op mastocyten, soms inclusief een daling van histamine. In hoeverre die in-vitro-experimenten toepasbaar zijn in de praktijk, blijft meestal een open vraag (soms zijn er gelukkig ook goede in-vivo-resultaten).
Noteer ook dat 90% van de darm-mastocyten zich in de buurt van zenuwen bevindt.12 Ook stress heeft rechtstreekse invloed op activering van mastocyten, die dus deel uitmaken van de hersen-darm-as.
Ter afronding
Typerend voor dit soort aandoeningen is dat rond histamine veel onduidelijkheid heerst. Symptomen, diagnose en bronnen zijn elk vaag en moeilijk te definiëren. De ultieme manier om histamine-intolerantie te diagnosticeren is histamine uit de voeding te schrappen. Dat lijkt eenvoudig, maar een complicatie is dat het probleem vaak optreedt in combinatie met een andere aandoening. Veel moeite moet de clinicus steken in het uitvlooien of er geen andere aandoening de oorzaak is dan wel betrokken partij.