Het onderzoek richtte zich op de effecten van 140 voedingsgerelateerde xenobiotica (stoffen die van nature lichaamsvreemd zijn) op de groei van bacteriën en de samenstelling van het darmmicrobioom. De onderzoekers maakten gebruik van fecale microbiële gemeenschappen van vier gezonde, niet-verwante donoren. Ze identificeerden in vitro de verschillen in de capaciteit van bacteriën om deze stoffen te transformeren en stelden vast dat sommige metabolieten bacteriegroei kunnen remmen of juist bevorderen. Het effect was dus afhankelijk van de specifieke samenstelling van het darmmicrobioom. Sommige toxische metabolieten werden door verdere microbiële omzetting onschadelijk gemaakt. De onderzoekers zagen ook dat de effecten van xenobiotica op bacteriegroei vaak anders waren in complexe microbiële gemeenschappen dan in monoculturen. Tenslotte is er een complexe wisselwerking tussen microbioom en gastheer. De samenstelling van het microbioom beïnvloedde niet alleen microbiële metabolieten, maar ook metabolieten die door de gastheer werden geproduceerd.

Deze studie toont aan dat de samenstelling van het darmmicrobioom essentieel is voor het metabolisme van voedingsgerelateerde xenobiotica en dat dit metabole proces zowel beschermend als schadelijk kan zijn. De aan- of afwezigheid van specifieke bacteriën, beïnvloedt niet alleen het metabolisme, maar ook de interactie met andere bacteriën en de gezondheid van de gastheer. Er is meer onderzoek nodig om deze kennis te vertalen naar gepersonaliseerde voedingsadviezen en therapieën.